zondag 17 januari 2010

Een grabbel uit mijn gereis

Kaunas is klein, Vilnius vol kerken (minstens 18).
Warschau is warrig en Krakau knettergek.

Kaunas:
We (Katja en ik) logeren bij Ieva in haar `home`. Ze delen met 2 een kleine kamer.
De keuken, voor de hele verdieping, bestaat uit een gasvuur en een afwasbak.
Je kan bladeren in het plafond.
De verdieping met de buitenlandse studenten is al gerenoveerd, de andere niet.
Beetje Sovjet.

Het stadje is klein, maar wel leuk en mooi.
De kerstversiering is zelfs stijlvol en ze hebben een boom waar je onder kan.
Het sneeuwt, veel.




Vilnius:
We rijden rond met `taxitomas` (de vriend van Ieva). Hij ontvoert ons naar Trakai, daar is een meer met een eiland en een kasteel.
Anna, een Duitse Erasmusstudente uit Estland (volg je nog?) die in hetzelfde hostel verblijft, gaat met ons mee.
Het meer is bevroren.
We drinken er een theetje in het gezelligste theehuis ooit.


Warschau:
We komen aan om 6 uur `s morgens na een lange busrit. Op de bus ontmoetten we een Belgische, Sacha. Ze is Erasmusstudente in Vilnius en profiteert net als ons van de vrije tijd om wat rond te reizen. Ze heeft Pools geld nodig voor de bus naar het station , maar we vinden nergens een paraat bankautomaat. Basia komt ons oppikken en is reddende engel.

De eerste dag sneeuwt het hard. Zo hard dat we ons toch een beetje afvragen wat we hier in godsnaam doen. Het shoppingcenter is ons toevluchtsoord.



Dag twee doet de zon weer mee. We moeten oppassen voor vallende ijspegels. Overal ruimen ze sneeuw van de daken. Dat is verplicht nadat enkele jaren geleden een exibitiehal instortte.
Het oude stadscentrum is niet zo oud als het lijkt. Alles is heropgebouwd na WOII.
In `The Warsaw rising museum` leer ik over de poolse wederopstanding.

We ontdekken de `Milk bars`. Daar kan je spotgoedkoop Pools op grootmoederswijze smikkelen. We eten champignonsoep met een plastieken lepel en een soort van kroket gevuld met ei en witte kool. Het smaakt.

Krakau:
Een hostel is meer dan een plaats om te slapen. Het is je thuis, toch voor even.
Ons hostel in Krakau was een goede thuis.

Auschwitz is niet ver van Krakau. Mijn geweten zegt me dat ik er naartoe moet. Een Australische hostelgenoot vergezelt ons. Het is koud, heel koud.
Maar klagen over de kou, in Auschwitz, dat doe je nu eenmaal niet.

Basia vervolledigt ons gezelschap voor een avond. Er is een verjaardagsfeestje in ons hostel en later verkennen we Krakau by night. Het valt in de smaak.

We twijfelen of we nog een dag verder zuidwaarts zouden trekken, de bergen in.
Maar we zijn het pakken en bussen een beetje beu en Riga roept.
We zijn bekaf als we ons op de bus nestelen voor een rit van 14 uur.
Onze Poolse achterbuur is dat duidelijk niet. We krijgen chocola en fruitsap. De schuimwijn en whisky wimpelen we wijselek af, dus dan drinkt hij ze maar op.
En neen, hij laat ons niet slapen, zelfs als ik mezelf onzichtbaar maak onder mijn trui. Hij wint. We verhuizen.

Riga is een beetje thuiskomen: de bevroren Daugava, de tv-toren, de markt. Hier heb ik geen kaart meer nodig om te verdwalen.
De taal is even onverstaanbaar als Litouws en Pools, maar meer vertrouwd.

Ik zal ze missen.

Nog 2 nachtjes en mijn avontuur zit erop.
Dan moet ik terug naar het echte leven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten